woensdag 23 december 2009

Ervaringen van een scholingstraject digitale borden

Zo’n 2 jaar geleden werd er besloten om binnen Het Sticht (stichting voor katholiek onderwijs Zeist e.o.) over te gaan op het gebruik van een digitaal schoolbord. Er werd eerst nauwkeurig onderzoek gedaan naar wat voor bord geschikt zou kunnen zijn. Na een zorgvuldige afweging werd er toen gekozen voor het Interwritebord, gekoppeld aan een zogenaamde ‘short-throw’beamer van Hitachi. Het eerste bord werd zo’n anderhalf jaar geleden geplaatst op één van de scholen en nu hebben we – verdeeld over zo’n 10 scholen – er 56 hangen!
Probleem is dat er een duidelijk stukje basiskennis nodig is om er een beetje mee uit de voeten te kunnen. Het Sticht had reeds eerder besloten om Station to Station te vragen voor het netwerk-beheer, vandaar dat de vraag om cursussen te regelen ook bij hen terechtkwam. Na een inventarisatie bleek, dat meer dan de helft van alle personeelsleden interesse had om een bijscholing hierin te volgen. Het aanbod kwam uiteindelijk in twee niveaus en er kon worden gekozen of men zich als beginnende of gevorderde gebruiker zag. Voor de beginnende gebruiker werd een 2-urige bijscholing als voorlopig voldoende gezien; voor de gevorderden werd er twee maal 2 uur gereserveerd. Iedere cursus begon met een plenair deel, waarna er – zeker in het tweede uur – in groepen werd gewerkt om de opgedane kennis te oefenen. Voor beide groepen waren uitgebreide naslagwerken die de deelnemers mochten behouden. Gemiddeld gingen de cursisten zeker met het idee naar huis van ‘…maar daar kan ik wat mee in mijn lespraktijk!’ en dat zou je wensen van iedere bijscholing……

Dit soort bijeenkomsten om in de praktijk te kunnen werken met een digitaal schoolbord is enorm nuttig. Als er niet voldoende kennis aanwezig is, wordt een digitaal schoolbord al gauw gebruikt als een opvolger voor het krijtbord en helaas niet meer dan dat…. en er is zoveel meer mogelijk! Natuurlijk is het afhankelijk van een ieders capaciteiten en inzicht hoeveel iemand gebruik maakt van dit fenomeen, maar het maakt het lesgeven zoveel interessanter voor leerkracht én leerling.
Van startende of switchende leerkrachten wordt ook aardig wat geëist als zij geconfronteerd worden met een digitaal schoolbord in hun nieuwe werkomgeving….

Er valt nog veel te verbeteren aan de gebruiksvriendelijkheid van de software; het is duidelijk dat de software nog gericht is op een erg breed onderwijspubliek en dat zal in de toekomst behoorlijk worden toegespitst op – in dit geval – basisonderwijs. Hier heb ik als eenvoudige bovenschools ICT-coördinator geen rechtstreekse invloed op, maar dit lijkt me meer dan waarschijnlijk. Dat betekent dat de software ook steeds zal gaan veranderen, hetgeen weer betekent dat de kennis van de gebruikers moet worden bijgespijkerd en up-to-date moet blijven. Jaarlijks terugkerende bijscholingen behoren hierbij niet tot de onmogelijkheden.
Dit is al heel gebruikelijk in het bedrijfsleven en dit zal ook gebruikelijk zijn/worden in het onderwijs.
Investeringen die gedaan zijn in de aanschaf van digitale borden en hun software zullen alleen dan renderend genoemd kunnen worden…..

Martien Stoeten, bovenschools ICT-coördinator van Het Sticht









Social Media in het onderwijs

Al eerder schreven we in ons blog over Twitter in het onderwijs . Twitter behoort tot de groep wat we tegenwoordig “Social Media” noemen. Je gebruikt het om met anderen in contact te komen over zaken, die je bezighouden in bijvoorbeeld je werk.

De opkomst van deze Social Media is niet te stuiten. In korte tijd is het in allerlei verschijningsvormen op ons af gekomen en wereldwijd wordt het door miljoenen mensen gebruikt. Landsgrenzen spelen daarbij geen rol meer.

In een filmpje op TED, een site waar allerlei boeiende referaten van sprekers zijn terug te kijken, kwamen we een referaat tegen van Clay Shirky tegen. Hij gaat daarin in op het verschijnsel Social Media. Hij geeft aan, dat dergelijk media of innovaties pas sociaal interessant worden, wanneer ze technologisch saai worden. Het feit dat het nieuw en innovatief is maakt het niet tot een hype. Dat wordt het pas, wanneer iedereen het gewoon gaat vinden en het gaat gebruiken. Mensen zijn er allemaal bij betrokken. En dan heb je een geweldige voedingsbodem voor innovatie.

Hij ziet in de geschiedenis van het medialandschap vier periodes, voorafgaand aan de komst van het internet, die je een revolutie kunt noemen:

- de uitvinding van de boekdrukkunst
- de uitvinding van de telegraaf en even later de telefoon
- de uitvinding om dingen vast te leggen: foto’s, geluid, bewegend beeld
- de uitvinding van radio en televisie



Het boeiende daarbij is, dat de deze media ofwel geschikt zijn voor een gesprek ofwel voor een hele groep luisteraars of lezers. Met de komst van internet veranderde dat. Iedereen kan contact hebben met iedereen en reageren op elkaar. Daarnaast biedt internet toegang tot alle andere vormen van media: bellen via internet, radio luisteren, televisie kijken. Alles is onder handbereik. Mensen kunnen direct er op reageren, kunnen anderen uitnodigen om te kijken, kunnen met elkaar in discussie gaan.

Daarmee verandert ook je rol. Je bent niet langer alleen maar consument, maar tegelijk ook producent. Het medium waarmee je luistert of kijkt, geeft je ook de mogelijkheid om te reageren en je eigen verhaal te doen. Bovendien wordt nieuws niet meer achteraf gemaakt, maar op het moment, dat iets gebeurt. Live verslag via foto’s, filmpjes, sms-jes, tweets, enzovoort. De burger doet verslag. Iedereen kan zijn verhaal doen en zijn mening geven.

Dat is het medialandschap waarin onze kinderen opgroeien. En het landschap waar wij in het onderwijs mee te maken hebben. Hoe spelen we daar op in? Hoe houden we al het nieuws en alle ontwikkelingen bij?

Een voorbeeld van het gebruik van Twitter: In de Verenigde Staten is een grote groep leerkrachten wekelijks aan het discussiëren over allerlei zaken waar ze in hun werk tegen aan lopen. Elke dinsdag, oftewel Teacher Tuesday, bespreken ze via Twitter allerlei onderwerpen met elkaar rond onderwijs, vaak ict-gerelateerd. Iedereen maakt gebruik in zijn of haar tweet van de hashtag #edchat. Door binnen je Twitter-applicatie daar een vaste zoekopdracht van te maken, kun je de hele discussie eenvoudig volgen, zonder elk individu persoonlijk te volgen. In bijvoorbeeld TweetDeck, maak je een aparte kolom aan op basis van deze hashtag. Het heeft ons al heel wat goede ideeën, interessante links en handige programma’s opgeleverd. Niet voor niets zijn ze winnaar geworden van de Edublog Awards 2009.

Twitter & Education - #140conf LA from RealPlayer SP on Vimeo.


Meer over Social Media en onderwijs in de VS vindt je in het artikel: 85+ Resources: Educator Guide for Integrating Social Media

Ook in Nederland wordt heel wat getwitterd. Misschien kunnen ook wij elke dinsdag een interessante discussie opzetten over ict in het onderwijs met als hashtag #netwijs: Discussie Dinsdag! Neem je rol als consument én als producent. Samen voor beter onderwijs!

Praktisch en anders aan de slag met Word 2007

Office 2007 biedt ten opzichte van zijn voorgangers enorme meerwaarde. Veel mensen moeten wennen aan de lay-out, wat overigens wel begrijpelijk is, maar de mogelijkheden zijn zeer uitgebreid.
Een voorbeeld hiervan: De standaard sjablonen.

Het is enorm leuk en leerzaam voor de leerlingen om daar eens kennis mee te maken. Na het klikken op ‘Bestand|Nieuw’ is er de mogelijkheid om te kiezen voor ‘Sjablonen|Microsoft Office online’. De mogelijkheden zijn eindeloos, want nu kunnen kinderen met behulp van de sjablonen een eigen reclamefolder, brochure, nieuwsbrief of zelfs tijdschrift maken. (Dit kon binnen eerdere Word versies ook al wel, maar de sjablonen waren nog niet zo aantrekkelijk en het aanbod was nog niet zo uitgebreid.)

Vaak maken kinderen een ‘standaard’ werkstuk met inleiding, inhoudsopgave, een aantal hoofdstukken en een nawoord/bronvermelding. Nu is er ruimte om met verschillen de tekstsoorten, uiteenlopende werkstukken te maken.

Vaardigheden
Bij het werken met de sjablonen leren de kinderen technisch hoe ze moeten werken met kolommen, afbeeldingen, tekstvakken, kopteksten, alinea’s enz. Daarnaast leren ze de opbouw van verschillende tekstsoorten kennen en maken ze kennis met diverse manieren van stellen.
Het gebruik van standaard sjablonen biedt ook mogelijkheden om te gebruiken bij het begrijpend lezen. Een voorbeeld: Open een sjabloon van een standaard brief. De opbouw van een goede brief wordt direct zichtbaar. Het is een fantastische opdracht om een brief in die lay-out te schrijven naar een instantie die past binnen een thema of onderwerp.

De praktijk
Ik heb het zelf een tijdje geleden uit mogen proberen met een groep leerlingen en de resultaten waren mooi. Ik heb eerst instructie gegeven over de indeling en opbouw van een folder. Daarna gingen ze aan de slag met de opdracht: Maak een nieuwsbrief of reclamefolder over een zelfgekozen onderwerp. Twee jongens hebben een gamekrant gemaakt. Daarin stonden (zelf geschreven) recensies van verschillende games. Er was een rubriek: Nieuw op de markt, waarin de nieuwste games werden beschreven. Ook waren interviews met een aantal klasgenoten over gaming en tot slot uitleg over de verschillende platforms.

Hierboven een voorbeeld van een standaard sjabloon
Andere kinderen hadden een folder gemaakt over opvallende mode. De herkomst van die mode, uiteraard veel afbeeldingen, maar ook een stuk geschiedenis over kleding. Tot slot een kind dat een folder had gemaakt over de computer als ‘ding’. Daarin werd uitgebreid beschreven wat voor verschillend soorten er zijn, wat de voor- en nadelen zijn, maar er was ook een interview met een medewerker uit een computerzaak.
Het is zeker de moeite waard om hier eens mee te experimenteren. Word 2007 kan een enorme verrijking voor uw stelonderwijs zijn en het begrijpend lezen bij u op school.

Beschikt uw school nog niet over office 2007, geen probleem. Uw ICT coördinator kan u vast meer vertellen over de aanschaf van office 2007 op school. Het is ook mogelijk de office 2007 sjablonen op te slaan als Word 97-2003 document en vervolgens te openen in een oudere Word versie.
Kunt u zelf nog niet voldoende uit de voeten met Word 2007, dan zijn er altijd de trainers van Netwijs nog.

maandag 21 december 2009

Powerpoint converteren naar Flash

Wanneer je een powerpointpresentatie online wilt zetten, kun je dat op allerlei manieren doen. In een eerder blog heb ik daar iets over geschreven.

Het kan ook heel handig zijn om een powerpointpresentatie over te zetten naar flash.
De presentatie wordt in ieder geval een stuk kleiner en ook het openen vanaf internet gaat veel eenvoudiger, omdat het wordt geopend in de browser, en het geluid wordt ook in het flash-bestand opgenomen.

Er zijn diverse programma's waarmee een powerpoint-bestand kan worden geconverteerd naar een flash-bestand (swf). Het mag natuurlijk niets kosten en daarom zocht ik naar een gratis variant. Die vond ik op iSpringfree.

Het programma wordt toegevoegd aan Powerpoint. Het werkt in ieder geval met Powerpoint 2003 en 2007:



De werkwijze is eigenlijk heel eenvoudig:

- Open de presentatie waarvan je een flash-bestand wilt maken.
- Klik op de knop [Publish]
In dit venster kun je allerlei instellingen maken.
Ik had graag gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de presentatie volledig automatisch af te spelen, maar ik kwam tot de ontdekking dat de volgende dia werd vertoond voordat de tekst helemaal was uitgesproken.
Daarom heb ik gekozen voor de volgende instellingen:


Het resultaat is heel behoorlijk. Beeld en geluid komen goed over. Animaties worden soms een beetje schokkerig weergegeven.

Zoals je in de werkbalk hebt gezien, is er ook een mogelijkheid om flashobjecten en Youtube-filmpjes in de Powerpoint-presentatie op te nemen.

zaterdag 19 december 2009

Online cursus ict-vaardigheden

Serge de Beer maakt gratis cursussen voor leraren die over meer vaardigheden willen beschikken om ict een plaats in hun onderwijs te geven. Elke maand komt een nieuwe cursus beschikbaar.
Inmiddels heeft hij de volgende delen gepubliceerd:
- Zoeken en vinden op internet
- Foto’s gebruiken en bewaren
- Sociale netwerken
- Online (samen)werken


Je kunt je op de website Learning Tour ook abonneren op de cursussen. Je krijgt dan elke maand een mededeling in je mail dat een nieuwe aflevering beschikbaar is.

Nieuw: Online versie
Via de weblog van Andre Manssen las ik vandaag dat Paragin, ontwikkelaar van educatieve content, de cursussen van Serge online heeft gezet.


Je kunt als deelnemer zelf bepalen welke onderdelen je wilt maken en de applicatie zet deze onderdelen klaar en houdt bij wat je hebt afgerond. Hierbij wordt ook in beeld gebracht over welke ict-competenties je beschikt.
De online cursus is gratis. Serge biedt ook coaching aan om deelnemers tijdens de cursus te begeleiden. Hiervoor wordt een vergoeding gevraagd.

Ik denk dat dit voor individuele leerkrachten goede mogelijkheden biedt, maar het geeft ict-coördinatoren ook goede mogelijkheden om de competenties van leerkrachten te vergroten en zo de integratie van ict in hun onderwijs te bevorderen.

vrijdag 18 december 2009

Jaarlijkse Netwijs Studiedag de Pantarijn

Voor basisschool de Pantarijn in Rotterdam verzorgde Netwijs voor het tweede jaar op rij een Netwijs studiedag. Deze stond dit jaar in het teken van Microsoft Powerpoint en Excel en Activ.

Er is dit jaar gekozen voor workshops van 2,5 uur per ronde, zodat er veel praktisch gewerkt kon worden. Er zijn weer heel wat praktische bestanden gemaakt die direct toepasbaar zijn in de onderwijspraktijk.

Zo is er tijdens de Microsoft Powerpoint o.a. een quiz gemaakt voor de kleuters waarbij de woordenschat wordt uitgebreid, hebben de leerkrachten lessen voorbereid in de Activ software en zijn er praktische toepassingen bedacht voor Excel in de dagelijkse onderwijspraktijk. Natuurlijk is Excel ook erg handig voor de cijferregistratie voor leerkrachten.

Bekijk hieronder een impressie van de studiedag:

woensdag 9 december 2009

Hoe leer jij?

We kennen allemaal de Meervoudige Intelligenties van Howard Gardner. Hoe ben jij knap? Ben je vooral auditief ingesteld of beeldend? Werk je graag samen of juist alleen?
In het onderwijs proberen we steeds vaker rekening te houden met deze intelligenties. Niet alle lesstof verbaal of schriftelijk aanbieden maar juist gedifferentieerd met diverse werkvormen.

Dan zetten we de computer toch in?! Daarmee kun je prima differentiëren…
Een prima gedachte, maar wat ga je de leerlingen dan laten doen? Toch zeker geen Twitter of Hyves?! Leerlingen doen dat toch allemaal in hun vrije tijd?

Hoe maken leerlingen eigenlijk gebruik van interactieve media?

Een recent onderzoek van Kennisnet over “Jongeren en interactieve media” laat zien dat er 4 typen gebruikers te onderscheiden zijn.

Samengevat gaat het om Traditionalisten die alleen gebruik maken van de basisfunctionaliteiten van interactieve media; Gamers spelen het liefst samen en beleven plezier aan “het doen alsof” en leren in games; Netwerkers zijn vriendschap-gedreven en gericht op communicatie met gelijkgestemden, ze combineren het gebruik van profielpagina’s met MSN; Producenten komen het dichtst in de buurt van de Netgeneratie met een divers en intensief gebruik van intereactieve media voor productie en interactieve consumptie van ‘content’.

Conclusie:
Niet alle jongeren gebruiken alle media op dezelfde manier. Sommige applicaties als MSN of Hyves worden veel gebruikt, alleen gebeurt dit op verschillende niveaus en verschillende betekenis voor de gebruikers. Er wordt vooralsnog weinig content gemaakt.

Traditionalisten consumeren met name tekst; de Gamers zijn beeldgericht; de Netwerkers produceren met name tekst en Producenten maken beeld, geluid en tekst.

Leerkrachten kunnen gebruik maken van deze informatie!
Als er in de groep voornamelijk Producenten voorkomen, dan kan het zinvol zijn om vooral zelf content te laten maken (door gebruik te maken van media convergentie). Dit werkt natuurlijk niet als de groep voornamelijk bestaat uit Traditionalisten of Netwerkers. Bestaat de groep voornamelijk uit Netwerkers dan kan een Blog uitkomst bieden.

In de 100e Vives van december 2009 staat een artikel “Wie schrijft, die blijft”; wie blogt, wordt bezocht (weblogs in het literatuuronderwijs) waar Jeroen Clemens de spijker op zijn kop slaat:

“Mijn leerlingen kunnen de werkmethode kiezen die het best bij hen past.” Leerlingen krijgen de keuze om een gewone papieren boekbespreking, een rondetafel gesprek of een weblog te gebruiken als werkmethode.

dinsdag 8 december 2009

Tips om flipcharts Primary in Inspire te gebruiken!

Als je met de nieuwste versie van de ACTIV software (Inspire) werkt en een flipchart wilt downloaden van internet, kun je een foutmelding krijgen. De flipchart die je wilt downloaden is gemaakt met ActivPrimary, de voorloper van Inspire.De extensie van de flipchart in Primary is .flp Dat is een andere extentie dan een flipchart die is gemaakt met Inspire. (deze heeft flipchart als extensie).

Wat moet je doen als je tòch de gevonden les wilt bekijken? Er zijn twee manieren om de les te kunnen gaan gebruiken.

Manier 1
Open de les die je wilt downloaden. Er verschijnt een popup schermpje met daarin de vraag of je deze les wilt [Openen], [Opslaan] of [annuleren]. Kies voor [Opslaan]. Je bent dan meteen in de gelegenheid om de les een andere naam te geven. Zet achter de naam van bestand.flipchart. Kies bij [Opslaan als type] voor [Alle bestanden]. Sla de les op in de map van je keuze.

Kies vervolgens voor [Opslaan].

Bovenstaande is een handeling die je iedere keer weer dient te herhalen. Niet erg als je niet vaak een les zoekt op het internet. Doe je dit echter vaker, dan is de tweede mogelijkheid een betere:

Manier 2:

Klik op de website op de link naar het bestand dat je wilt opslaan

Er verschijnt een venster:


Klik op Opslaan

Sla het bestand op in de map van je keuze

Klik na het downloaden op Openen:


Het volgende venster verschijnt:


Kies “Het programma in een lijst selecteren”

Kies in onderstaand venster het programma waarmee de flipchart moet worden geopend: “Inspire”


Als Inspire niet in de lijst staat, kan het programma worden gevonden via de knop “Bladeren”
Ga naar de map C:\Program Files\Activ Software\Inspire en kies het bestand Inspire.exe. Bestanden met de extensie .flp worden vanaf nu op deze computer met Inspire geopend.

Als een bestand met de extensie .flp eenmaal in Inspire is geopend, kan deze worden opgeslagen. Het bestand krijgt dan automatisch de nieuwe extensie .flipchart. Het bestand kan niet meer geopend worden in de oude versie ActivPrimary.

Gratis kennismakingstraining voor uw digitale bord!

Eindelijk! Het nieuwe digitale bord hangt in uw lokaal. Alles erop en er aan. Het werkt. De (heel) korte instructie ging eigenlijk veel te snel maar goed. Nu zelf aan de slag. Waar moet ik beginnen? Wat kan er allemaal met het bord? Krijg ik dat ooit allemaal onder de knie?

Een nieuw digitaal bord brengt nogal wat veranderingen met zich mee. Het belangrijkste in de implementatie van een digitaal bord is de scholing van de leerkracht die er mee aan de slag gaat. Iedere leerkracht beschikt over een ander vaardigheidsniveau. Iedere leerkracht leert in z'n eigen tempo.

Station to Station heeft voor al haar klanten een gratis cursus ontwikkeld die de leerkracht kan "maken". In een aantal lessen worden de basisvaardigheden behandeld. Iedere les bestaat uit opdrachten die uitgevoerd moeten worden. Zo leert de leerkracht direct met deze vaardigheid te werken. Het doorwerken van de gratis cursus duurt zo'n 30 minuten. Het geeft de beginnende leerkracht-met-digibord net even die zekerheid die zo belangrijk is voor het allereerste begin. Ga naar http://www.netwijs.info/ en kies voor Digitale schoolborden - gratis cursussen. Hier kunt u inloggen met

naam: Netwijs
wachtwoord: digibord

De trainers van Netwijs weten dat een dergelijke training een prima start is, maar dat een vervolg nog beter is. Het ontwikkelen van vaardigheden op het bord, zal alleen een goede "boost" krijgen als er een of meerdere trainingen gevolgd worden. Tijdens een schooljaar een aantal momenten vastleggen waarop de leerkrachten gericht aan de slag gaan met de software. Het praktische deel (het "doen"), het leren van elkaar en de onderlinge overdracht van de kennis zijn een paar punten die als heel prettig worden ervaren door leerkrachten.

Wat we nu veel zien gebeuren, is dat er gedacht wordt dat de leerkrachten dat "er wel even bij doen". Er bij? Tussen de administratie, gesprekken, overleggen, thema's en vieringen door? Het "oefenen" met het bord staat dan al snel op een lager pitje. Begrijpelijk aan de ene kant. Want: je moet keuzes maken. Zonde, aan de andere kant. Zonde van alle mogelijkheden die onbenut blijven. De leerlingen zitten ook geboeid te kijken naar de mogelijkheden van het nieuwe bord. Wat kan het allemaal? Zij vinden het jammer dat het gebruik dan heel beperkt is. Een filmpje kijken is wel leuk maar dat is na een paar keer ook niet meer nieuw. En laten we wel wezen: Er is een forse investering gedaan. Als blijkt dat deze niet volledig wordt benut, is dat zonde van het geld.

Het zou alle partijen helpen als er in het implementatietraject ook voldoende ruimte wordt gereserveerd voor de trainingen. Ruimte in de jaarplanningen en ruimte in het budget. Regelmatige trainingen zorgen voor een hoger vaardigheidsniveau van de leerkrachten en dus een beter gebruik van de borden.

Ga naar de website, maak de les en ervaar zelf wat er zoal kan met uw digitale schoolbord!

zaterdag 5 december 2009

Gebruik van stemkastjes in het onderwijs (2)

Via een Google Wave die door Rob van Keulen van Interwritelearning is opgezet, kwam ik op het spoor van een pdf "Clicker Resource Guide". Een heel bruikbare handleiding voor leerkrachten die didactisch gebruik willen maken van stemkastjes in hun onderwijs.

In de handleiding wordt onder andere in fasen aangegeven hoe de leerkracht die stemkastjes gebruikt, zich ontwikkelt:

1) Het stellen van eenvoudige, feitelijke vragen waarop eenduidige antwoorden gegeven kunnen worden.
2) Het stellen van meer complexe vragen of vragen waarop geen eenduidig antwoord te geven is, of waarover gediscussieerd kan worden.
3) Het stellen van uitdagende vragen; hiervoor is het nodig dat de leerlingen de stof al bestudeerd hebben en dat ze door middel van de vragen tot diepere inzichten komen.

Deze drie fasen worden verder uitgewerkt in een bespreking van tien soorten vragen die met stemkastjes gesteld kunnen worden.

Het handboek geeft aan hoe belangrijk het is dat bij een goed gebruik van stemkastjes, vragen uitmonden in discussie om tot dieper inzicht te komen.
Ook wordt aangegeven welke effecten het goed gebruik van stemkastjes heeft.

vrijdag 4 december 2009

Leren van de toekomst Vervolg

Naar aanleiding van mijn blog van eerder deze week over Leren van de toekomst schreef Arno Coenders van Kennisnet me een vriendelijk mailtje waarin hij de ins en outs van het project toelichtte. Ik neem dat mailtje bijna integraal over (met uitzondering van zijn uitnodiging om eens op de koffie te komen):

"Uiteraard ben ik het helemaal met je eens dat de mens/leerkracht uitgangspunt is en dat de techniek daarbij volgend moet zijn en aan moet sluiten bij behoeftes. Vanuit het project proberen we daar ook optimale invulling aan te geven. We hebben een flinke portie onderwijskundige capaciteit in huis gehaald die intensief met de school gaat samenwerken. Het curriculum van die periode wordt als uitgangspunt genomen. De onderwijskundigen gaan kijken naar de leerdoelen en verschillende vormen van didactiek. Deze vormen uitgangspunt. Op basis daarvan wordt gekeken welke technologie er voor handen is en hoe dit een bijdrage (en meerwaarde) kan leveren aan die uitgangspunten. Op basis daarvan worden lessen en plannen geschreven. Leerkrachten worden hier op voorbereid en in begeleid gedurende het project. Daarnaast is TNO betrokken bij het project. Zij zullen docenten ook voorbereiden op de drie weken dmv visiesessies en begleiding. Om helemaal niets aan het toeval over te laten worden er ook pilots gehouden op scholen bij alle devices. Op die manier krijgen we een goede indruk van de mogelijkheden en kunnen we zorgen voor een goede afstemming."

Gelukkig blijft het onderwijs het uitgangspunt. Een experiment als dit kan natuurlijk boeiende nieuwe gezichtspunten opleveren. Ik ben wel benieuwd hoe leerkrachten die geen gebruik kunnen maken van de uitgebreide ondersteuning deze nieuwe technologie gaan inpassen in hun onderwijs.

Elke Das, de kersverse winnaar van de beste onderwijsblog van 2009, schrijft in deze bijdrage ook een paar rake dingen over Leren van de toekomst.

Video interactie met behulp van flip camera

Er is al veel geschreven over het gebruik van flipcamera’s in het onderwijs. Een flipcamera in een handige camera met geïntegreerde usb stick die het mogelijk maakt om beeldmateriaal binnen een mum van tijd op de computer te zetten, te bewerken of direct af te spelen.



Voorbeelden van reeds bekende praktische toepassingen: Het maken van interviews door kinderen, communicatie met andere scholen, toneelstukken spelen en tonen of snel beeldmateriaal voor de ouderavond verzamelen.
Wat ik echter nog niet gelezen heb is:”Het coachen van een leerling, een groep leerlingen of een hele klas met behulp van de flipcamera.”

Het woord video interactie zegt al heel veel. Naar aanleiding van videobeelden ontstaat er interactie tussen leerkracht en leerling. Het woord ´inter´ geeft aan dat beide partijen inbreng hebben en het woord´actie´ geeft aan dat er van beide kanten dus actie ondernomen kan worden. Dit vraagt een open houding van de leerkracht.

Dingen bespreekbaar maken in een groep is de sleutel tot een positief klassenklimaat.



Nu is het uiteraard niet zo dat iedereen maar gelijk met video interactie moet beginnen. Natuurlijk is het leuk om eens de klassensituatie te filmen tijdens het werken en dat later met de kinderen te bespreken. Mooier is om dit hulpmiddel te gebruiken om het klassenklimaat te verbeteren.

Hoe kun je dat aanpakken?

Leerkrachten kunnen door de compactheid en de eenvoud van de camera op een aantal willekeurige momenten filmen in de klas. Deze momenten moeten wel zorgvuldig worden gekozen. Advies is om te beginnen met situaties waarbij het ´goed´ gaat.
Na het filmen van een aantal momenten staat het gefilmde al snel op de computer. U verbindt de camera via usb rechtstreeks met de computer, hij wordt automatisch gedetecteerd en de filmpjes worden overgezet met 1 druk op de knop.

Met behulp van het digibord en een aantal gerichte kijkvragen (kom ik later op terug) kunt u de leerlingen laten zien “hoe het gaat” in de klas. Dat is aanleiding tot een gesprek en een afspraak of werkpunt.

Bij het begeleiden van een klein groepje of individuele leerling is het noodzakelijk een aantal momenten te kiezen om rustig met de betreffende leerling(en) naar de beelden te kijken. Zelf liet ik tijdens een creatieve activiteit mijn collega toezicht houden in de groep om vervolgens even zelf met een groepje leerlingen de klas te verlaten. De leerling(en) zit(ten) op dat moment in een uitzonderingspositie. Daarom is het van belang heel duidelijk aan te geven waarom u de opnamen maakt. Redenen daarvoor kunnen zijn: een zwakke concentratie van een leerling tijdens het werken, onrust tijdens lesovergangen, aandacht van de leerlingen bij instructie.



Bij de nabespreking gaat u uit van het positieve om te zorgen voor succeservaring. De leerlingen beschouwen en benoemen hun eigen gedrag op momenten dat het goed gaat.

Vragen hierbij kunnen zijn:
Bekijk het filmpje en schrijf/noem 2 dingen op waar je heel tevreden over bent.
Bekijk het filmpje en schrijf/noem 1 ding op waar je trots op bent.
Schrijf/noem op wat je opvalt als je naar jezelf kijkt?


Vervolgens trekt de leerkracht daar in overleg met de leerling conclusies en maakt afspraken. Dat kan in de vorm van een groepsplan zijn voor de aankomende week (refereren aan de gedragsregels van de school werkt natuurlijk perfect), maar er kan ook een persoonlijk plannetje worden gemaakt. Heel belangrijk daarbij: Kleine stapjes!

Vragen die bij deze fase passen:
Wat wil je aankomende toevoegen aan hetgeen je al kunt?
Wat wil je verbeteren?


Een week later kan hetzelfde proces worden herhaald om te kijken hoe het op dat moment gaat. Bij succes kan er een volgende actiepunt afgesproken worden. Werken met beloningen is hierbij een succesfactor. Voor de professionele leerkracht die dit planmatig aanpakt kan dit heel goed gaan werken.

Note: Leerkrachten die zelf bekend zijn met video interactie weten dat rust of onrust in een groep vaak in heel kleine dingen zit.
Heel belangrijk in dit verhaal is: In deze blog wil ik laten zien hoe leerkrachten op een eenvoudige innovatieve manier met behulp van een camera kunnen kijken en reflecteren op gedrag in de groep. Dat wil niet zeggen dat de oorzaak van onrust altijd bij leerlingen ligt.
Op het moment dat de leerkracht zichzelf ook laat filmen ontstaat er een completer beeld.