woensdag 29 augustus 2012

Economische groei in Nederland begint met investeren in Onderwijs met ICT

Het onderwerp gisteren op #netwijs Discussie Dinsdag was “Economische groei in Nederland begint met investeren in Onderwijs met ICT”.  In dit artikel een uitgewerkte samenvatting.


We zitten midden in verkiezingstijd. Politici proberen ons rond verschillende onderwerpen te overtuigen waarom hun partij echt het beste is voor ons land en voor ons. Ook onderwijs is een dankbaar onderwerp. Duidelijk is, dat we niet aan bezuinigingen ontkomen. Onderwijs lijkt in de verkiezingsprogramma’s gespaard te worden. Vandaar ook de stelling: “Economische groei in Nederland begint met investeren in Onderwijs met ICT”. Daarin zitten drie vragen verborgen:

  • Is het nodig om meer geld in plaats van minder in het onderwijs te steken?
  • Moet er geïnvesteerd worden in onderwijs in het algemeen of specifiek in gebruik van moderne middelen?
  • Heeft deze investering inderdaad invloed op de economische situatie?
stilstand is achteruitgang
Om met het laatste te beginnen: Investeren in onderwijs zal op korte termijn geen invloed hebben. Eerst moet het geld er komen, vervolgens moeten er goede plannen gemaakt worden, deze moeten uitgevoerd worden en dan moeten we nog wachten tot de leerlingen die er van profiteren op de arbeidsmarkt komen. Investeren betekent in dit gevel dus verder kijken dan je neus lang is. Niets doen betekent stilstand en dus achteruitgang.

ICT-integratie in het onderwijs
Daarmee kom je ook bij de vraag of er specifiek geïnvesteerd moet worden in onderwijs met ICT. Al vaker is tijdens onze discussies aangegeven, dat ICT niet meer weg te denken is in onze maatschappij. Het is geïntegreerd onderdeel van ons dagelijks leven en dus zou dat ook zo moeten zijn in het onderwijs. Veel leerlingen werken spelen thuis met moderne gameconsoles, spelen met een tablet of op een moderne multimedia-pc. Op school echter werken ze vaak met oude computers en vaak maar een beperkt aantal keren in de week. Scholen geven daarbij aan dat ze niet het geld hebben om de hardware te vervangen of extra aan te schaffen.

leerzame en uitdagende opdrachten
Het is de vraag of grote investeringen direct noodzakelijk zijn. Uiteraard moet de hardware geschikt zijn om de moderne educatieve software te kunnen draaien. Maar terecht werd tijdens de discussie opgemerkt, dat niet altijd meten gedacht moet worden aan grote investeringen in digiborden, touchscreens, laptops of computers. Met eenvoudige middelen zoals een flipcamera, een digitale fotocamera, een GPS-ontvanger, een smartphone ben je al in staat om leuke, leerzame en uitdagende opdrachten aan je leerlingen te geven. Ook zijn er tal van online gereedschappen en programma’s, die niets kosten en waarmee lessen enorm verrijkt kunnen worden. Vaak kennen leerlingen zelf ook geweldige programma’s die heel goed bruikbaar zijn. Als leerkracht kun je samen met je leerlingen op verkenning gaan om te onderzoeken wat bruikbaar is en wat niet.

tijdsinvestering
Dat brengt ons dan wel op een andere investering die gedaan moet worden, namelijk investeren in tijd. Als leerkracht moet je je verdiepen in de mogelijkheden en in de didactische inbedding. Nadenken over wat je wilt, hoe je dat wilt bereiken en hoe je je leerlingen daar bij inschakelt. Deels kan dat tijdens de les wellicht, maar het vraagt ook tijd daar buiten. Tijd die je daar voor reserveert, kun je niet gebruiken voor andere zaken. En dus moet je als school kritisch kijken naar de invulling van de niet-lesgebonden uren. Kunnen we minder en/of efficiënter vergaderen? Hoe besteden we onze woensdagmiddag?

met leerlingen ontdekken
Belangrijk is, dat we de leerlingen van nu onderwijs geven met gebruik van de middelen en mogelijkheden van nu. Wanneer we ze daar goed mee leren omgaan en hen na laten denken over wat we gebruiken, hoe en waarom, dan leren we ze vaardigheden die ze zelf ook toe kunnen gaan passen wanneer er weer nieuwe middelen en technieken komen. In het onderwijs is, net als in het dagelijkse leven, niet het middel is het doel, maar wat je er mee kunt!

vier in balans
Investeren in hardware, in een goede visie, in vaardigheden, in de leerkrachten zelf, in lesmateriaal. Daarmee kom je dus eigenlijk uit bij het Vier in Balans-model. Hoe de verdeling van de investering over de vier gebieden er uit ziet, zal per school verschillen. Maar door te werken aan de goede balans, zal het rendement toenemen en het onderwijs er beter van worden. En dat zal zich in de loop der jaren gaan uitbetalen.

Toevallig verscheen er tijdens de discussie een persbericht met als titel: Kennis in organisaties wordt onvoldoende geborgd. Dit zal in veel onderwijsorganisaties herkenbaar zijn. Goede kennisdeling binnen de school, binnen de schoolvereniging of stichting zorgt voor meer rendement van gevolgde scholing en leidt tot besparing. Investeren in kennisdeling en het borgen van kennis kost niets, behalve tijd, maar levert veel op!

papierloze school
Tot slot werd er ook nog aandacht gevraagd voor het slimmer inkopen door scholen ook los van ICT-zaken. Veel materialen en benodigdheden zijn via verschillende wegen in te kopen en daar vallen soms leuke besparingen te realiseren! Denk ook eens na over besparen op de enorme hoeveelheid papier door goed ICT-gebruik. Het scheelt in ruimte en is bovendien ook nog eens goed voor het milieu!

Tot zover de discussie. Was je niet in de gelegenheid om mee te doen met de discussie, maar wil je wel je successen delen? Reageer dan op dit blog, via de LinkedIn-groep De toekomst voor onderwijs en ICT of via Facebook
Heb je zelf een suggestie voor een interessant discussie-onderwerp? Geef het door via discussiedinsdag.yurls.net. Daar vind je ook alle tijdens de discussie genoemde linkjes en ook het archief van alle voorgaande discussies.
Aan deze discussie deden de volgende Tweeps mee:
@rinusd, @Netwijs , @timonbos , @Sjaboepaan , @TWierstra , @ardhuizinga , @credutien
Volgende week weer een nieuwe discussie over een nieuw onderwerp!
#netwijs Discussie Dinsdag: elke dinsdag tussen 20.00 uur en 21.00 uur op Twitter. Discussieer mee over Onderwijs en ICT!

dinsdag 28 augustus 2012

Peer Scholar (vervolg)

Esther van Popta las mijn blog over PeerScholar en wijdde er op haar blog een artikel aan met enkele waardevolle aantekeningen.

Esther ziet twee bezwaren:
Ze mist in PeerScholar transparantie omdat leerlingen niet weten wiens werkstuk ze van feedback voorzien en van wie ze feedback krijgen. In mijn beschrijving ben ik hierover niet duidelijk genoeg geweest: het al dan niet anoniem geven van feedback is een instelling die de docent kan maken.Deze toevoeging neemt ook haar reserve met betrekking tot de meerwaarde van deze werkwijze deels weg, omdat nu wel de mogelijkheid aanwezig is om naast de beoordeling ook de dialoog te voeren.

Daarnaast noemt Esther nog een bezwaar: PeerScholar is een assessment (beoordelings) systeem  en veel minder een feedback (hulp) systeem. Dat hangt denk ik af van de manier waarop je het inzet. Als je het alleen gebruikt om leerlingen een cijfer te geven, mist het voor een groot deel z'n doel, maar zoals de bedenkers ervan aangeven, is PeerScholar vooral bedoeld om feedback te geven. Het is dus belangrijk om de tool op de goede manier in te zetten, zodat hij optimaal bijdraagt aan de onderwijsdoelen.

Bedankt Esther voor je aandacht voor dit onderwerp!

maandag 27 augustus 2012

Tablets en touchscreens met elkaar laten communiceren

De WePresent is een kastje waarmee je een draadloze verbinding kunt maken tussen devices (laptop, tablet, smartphone) en een touchscreen.
Je sluit de WePresent aan op de HDMI- en de USB-ingang van het touchscreen.
Via de laptop of tablet maakt je een wifi-connectie met de WePresent.

Wat kun je ermee?
Als je de laptop gebruikt, kun je precies hetzelfde doen als je normaal gesproken doet met de direct aangesloten pc. Het beeld van de laptop verschijnt op het touchscreen. Ook het geluid wordt meegestuurd.
Er wordt software bij geleverd waarmee je allerlei instellingen kunt maken. Je kunt tot 64 devices verbinding laten maken, en vanaf de laptop ook bepalen welke devices op het bord getoond worden. De touch-funtie op het bord werkt alleen met de nieuwste zgn. HID-touchscreens. 


Als je een smartphone of tablet (zowel Android als iPad) gebruikt, kun gebruik maken van verschillende apps:
  • Met de app wifi-doc (iOS; Android) kun je een presentatie, pdf of Word-document op het touchscreen laten zien en er doorheen bladeren. Dit bestand haal je op uit een van de mappen van je tablet.
  • Met de app Mirrorop receiver (iOS; Android) kun je het beeld van het touchscreen op het scherm van je device laten zien. Je kunt op deze manier het touchscreen ook bedienen. (Dat gaat op een smartphone in verband met het formaat wat lastig ;-) Dit kan alleen als er ook een draadloos verbonden laptop op de WePresent is aangesloten.
  • Met de app Mirrorop sender (iOS; Android) kun je het beeld van de device tonen op het touchscreen.
    LET OP: Dit kan alleen als je de Android device “root” (vergelijkbaar met jailbraken op de iPad of iPhone. Als je dit uitvoert kan de device kapot gaan en dan heb je geen garantie meer.
  • Met de app Mobishow (iOS; Android) kun je afbeeldingen van de device op het touchscreen tonen.

Extra mogelijkheden 
  • Je kunt vanaf de laptop presentaties sturen naar de devices
  • Via de laptop kun je aangeven welke devices toegang krijgen tot het touchscreen.
  • Je kunt niet het beeld van andere devices weer uitzenden naar de devices, om bijvoorbeeld het beeld van het touchscreen te tonen op het bureaublad van een willekeurige aangesloten laptop.
  • Je kunt de beeldresolutie instellen, netwerkinstellinen maken en dergelijke.
  • De software kun je op de laptop installeren, maar je kunt ook een dongle gebruiken waar de software op staat, zodat je niet hoeft te installeren.
  • Het is ook mogelijk om de WePresent via VGA aan te sluiten op een daarvoor geschikte beamer.
  • Op de WePresent zitten ook usb-aansluitingen, zodat je bijvoorbeeld een draadloze muis en toetsenbord kunt aansluiten.
  • Ook kun je er een utp-kabel op aansluiten zodat je internettoegang hebt.

Op deze pagina vind je de productinformatie.
Hier een video van Vincent Evers over WePresent:


 

Wilt u meer weten over het gebruik van tablets in het onderwijs? Op onze website vindt u uitgebreide informatie. Of neem vrijblijvend contact op voor vragen, advies, ondersteuning, aanschaf of een inspirerende workshop om alvast op verkenning te gaan: Bel 0348 - 44 69 63 of maakt gebruik van het contactformulier. Een van onze onderwijsadviseurs neemt dan zo snel mogelijk contact met u op.

 

donderdag 23 augustus 2012

Peer Scholar

Op 2 augustus woonde ik Educloud Summerschool mee die was georganiseerd door Stichting Educloud in samenwerking met Dell Nederland. Een van de sprekers tijdens de dag was Bob Hofman, onder andere bekend van het Global teenager project.

Tijdens zijn praatje liet hij ook Peerscholar zien. Ik was onder de indruk van de uitgangspunten en de mogelijkheden van deze tool. Daarom wijdt ik er graag een artikel aan.

PeerScholar is ontwikkeld door Steve Joordens, hoogleraar Psychologie aan de universiteit van Toronto Scarborough, en zijn team.
Het is een online tool waarmee de leraar geschreven opdrachten die door leerlingen zijn gemaakt, kunt laten beoordelen. Het helpt leerlingen om kritisch te zijn op hun eigen werk en op dat van anderen.
Er wordt gewerkt in drie fasen:

Fase 1 – Kritische beschouwingDe leerlingen krijgen informatie in de vorm van een artikel. Het artikel is uitgezocht door de docent. De leerlingen moeten het artikel kritisch onder de loep nemen en er een reactie op schrijven, bijvoorbeeld door tegenargumenten te noemen.  Hiervoor hebben ze een bepaalde tijd de beschikking.

Fase 2 – Beoordeling
Als de leerlingen in deze fase inloggen, zien ze de reacties uit fase 1 van een aantal andere leerlingen, die net als zij zelf een kritische beschouwing op het artikel hebben gemaakt. Deze reacties zijn door de tool willekeurig en anoniem verdeeld, zodat de leerlingen niet weten wiens reacties ze zien.
De leerlingen geven de reacties van hun medeleerlingen een cijfer, en daarnaast geven ze aan welk aspect van de reactie door hen als goed wordt gezien, en wat ze hadden moeten aangeven om het een betere reactie te laten zijn.
Dit levert een rijke leercontext op, want de leerlingen moeten niet alleen kritisch zijn op het artikel, maar krijgen ook de reacties van anderen te zien en kunnen daarop reageren, waardoor hun eigen kennis en vaardigheden vergroot worden.
Ook in deze fase wordt een deadline gehanteerd.

Fase 3 – TerugkoppelingIn deze fase krijgen de leerlingen te zien welke feedback hun medeleerlingen gegeven hebben en welk gemiddeld cijfer ze kregen.
Deze beoordeling ligt heel dicht in de buurt van de beoordeling die een deskundige zou hebben gegeven. De leerlingen mogen ook een second opinion vragen aan de docent, maar in de praktijk blijkt hier nauwelijks gebruik van gemaakt te worden.

De leraar kan het hele proces online volgen: zien wie al feedback heeft gegeven en welke cijfers zijn gegeven. Voor de leraar betekent dit ook een groot tijdvoordeel: hij hoeft de opdrachten niet zelf na te kijken, want dat hebben de leerlingen al gedaan.

In deze video wordt duidelijk uitgelegd hoe Peerscholar werkt.

Het didactisch effectDe makers leggen uit dat Peerscholar niet alleen een effectief middel is om leerlingen te leren kritisch te denken, maar dat het voordeel vooral schuilt in het didactisch effect, namelijk dat, in tegenstelling tot de klassieke aanpak, waarbij een leerling alleen van de docent en dan vaak nog heel summier, feedback krijgt, in deze aanpak de leerlingen echt een vergelijking kunnen maken tussen de kwaliteit van hun eigen werk en dat van anderen, en daar ook veel van leren, wat de kwaliteit van eigen opdrachten vergroot, en hun leert om vanuit hun eigen kennis kritisch te zijn op wat anderen beweren en dat ook goed te beargumenteren.

Peerscholar kan op allerlei niveaus uitgevoerd worden, van basisschool tot hoger onderwijs.

Bron: www.peerscholar.com

dinsdag 14 augustus 2012

Interactief lesgeven met verschillende devices

Een tijdje terug schreef ik een blogpost over Turning Technologies, omdat het daarmee mogelijk is om platform onafhankelijk te stemmen. Stemmen kan met de stemkastjes van Turning Technologies, maar ook met een gratis App voor de de iPhone, Blackberry en Android toestellen of via een speciale website (hiervoor moeten wel licenties afgesloten worden per gebruiker). De vragen worden of beantwoord in Turning Point, een plugin voor Powerpoint waardoor het erg laagdrempelig is of je kunt de speciale software gebruiken Turning Point Anywhere.

Inmiddels kennen we ook gratis website alternatieven die hetzelfde kunnen zoals www.mentimeter.com en www.socrative.com. Bij mentimeter ben je alleen beperkt in het stellen van telkens één vraag, terwijl het in socrative een stapje verder gaat, omdat je bijvoorbeeld een hele quiz kan ontwerpen.

Onlangs heb ik ook samen met mijn collega Microsoft Interactive Classroom getest. Dit is een gratis plugin die je kunt downloaden en die je Powerpoint omtovert in een interactieve presentatie in combinatie met One Note. Het enige nadeel hiervan is dat je Office 2007 of 2010 geïnstalleerd moet hebben en dit dus niet platform onafhankelijk werkt.

Bovenstaande middelen zijn prachtig als je nog niet de beschikking hebt over goede software voor het digibord zoals bijvoorbeeld SMART Notebook 11 of Activ Inspire. Stemmen met de pc en tablet is nu ook al een tijdje mogelijk met Activ Engage en via Smart Response VE.

De App voor Activ Engage werkt goed, je moet alleen wel draadloos binnen het eigen schoolnetwerk inloggen om te kunnen registeren. Tot drie devices is het stemmen gratis, daarna moet je gaan betalen. Smart Response VE werkt via een website, waar je in moet loggen met een code (assessment ID) ook hier moeten licenties voor worden aangeschaft.

Persoonlijk vind ik het maken van vragen in Activ Inspire niet echt intuïtief,  maar daarentegen heb je wel heel veel mogelijkheden en is het naadloos geïntegreerd in de software. Smart Response vind ik veel intuïtiever.

Kortom heb je nog helemaal geen goede digibord software en wil je interactief lesgeven met stemmen eens proberen? Dan zijn er vier opties:

  1. Probeer www.mentimeter.com eens uit en stel een vraag aan je groep
  2. Probeer www.socrative.com en maak een leuke quiz rondom een bepaald onderwerp
  3. Download de Interactive Classroom plugin van Microsoft en stel je vragen in Powerpoint (lees ook het blog van mijn collega Bram Aerns).
  4. Maak een afspraak en kom eens naar Woerden en probeer zelf TurningTechnologies. Tel. 0348 - 44 69 63
Heb je al wel de beschikking over goede digibord software? Kies dan het systeem dat hierbij past. Of probeer het eens uit via de leverancier. 

maandag 13 augustus 2012

Microsoft Interactive Classroom


Interactief lesgeven, wie wil dat nou niet? Bezitters van Office 2007 en 2010 kunnen gebruik maken van Microsoft Interactive Classroom, een plug-in voor PowerPoint en OneNote (een programma waar je makkelijk notities mee kunt maken). Met Microsoft Interactive Classroom kan je je klas via PowerPoint vragen stellen en laat je je leerlingen deze vragen beantwoorden via OneNote. Bovendien worden alle aantekeningen van de leerkracht direct op het scherm van de leerling getoond, en kan de leerling daar zelf ook nog aantekeningen aan toe voegen.

Hoe werkt het voor de leerkracht?
Na de installatie verschijnen er in PowerPoint en OneNote een extra tabblad “Academic”. Op dit tabblad zijn diverse eenvoudige maar doeltreffende opties te vinden. Zo is er de mogelijkheid om multiplechoice vragen te maken. Met één klik op de knop verschijnt er een makkelijk aanpasbaar sjabloon waar de vraag plus de verschillende antwoorden ingevuld kunnen worden. Op deze manier zijn er ook “ja/ nee” en “waar/ niet waar” vragen te maken. Per vraag kunnen de antwoorden ook grafisch weergegeven worden in een staaf- of cirkeldiagram. Ook kan er per vraag een timer worden toegevoegd. Leerlingen hebben dan een bepaalde tijd om de vraag te beantwoorden. 

 
Wanneer je klaar bent met het maken van de vragen die je wilt stellen aan je klas klik je op “Start Session”. Er verschijnt een pop-up en je ziet de naam van de sessie (de naam van je PowerPoint bestand) waar je leerlingen zo dadelijk aan gaan deelnemen. Eventueel kan je een wachtwoord opgeven, zodat je weet dat alleen de leerlingen in jouw klas aan de sessie deelnemen.



Hoe werkt het voor de leerlingen?
Zodra de leerkracht de sessie start, kunnen leerlingen deelnemen aan de sessie in OneNote. Ook zij hebben een tabblad “Academic”. Op dit tabblad klikken zij op “Join Session”. Vervolgens kunnen zij de verschillende vragen beantwoorden. Aantekeningen van de leerkracht komen automatisch in het scherm van de leerling. Daarnaast kan de leerling ook nog zelf aantekeningen maken en opslaan.



Waarom zou ik op deze manier willen lesgeven? 
Werken met Microsoft Interactive Classroom is grotendeels hetzelfde als werken met stemkastjes. In o.a. dit blog is daar al uitgebreid op ingegaan.  Enkele belangrijke voordelen zijn:
  • Microsoft Interactive Classroom is eenvoudig in gebruik.
  • Leerlingen zijn meer betrokken. Elke vraag wordt door iedereen beantwoord, je komt dus altijd aan de beurt.
  • Het antwoorden gebeurt anoniem, dit betekent dat ook leerlingen die het normaal gesproken eng vinden om een vraag te beantwoorden, dat nu gewoon kunnen doen.
  • Directe feedback. Leerlingen hoeven niet te wachten tot hun werk is nagekeken, maar zien na elke vraag wat goed en wat fout is.
  • Zowel de aantekeningen van de leerkracht als die van de leerling blijven bewaard. Een leerlingen krijgt altijd de aantekeningen van de leerkracht te zien in zijn of haar eigen OneNote bestand. Hierbij kan de leerling ook nog eigen aantekeningen maken.
Als nadeel kan gezien worden dat alle leerlingen een eigen computer tot hun beschikking moeten hebben. Daarnaast werkt Microsoft Interactive Classroom werkt alleen binnen één netwerk.

Wilt u meer weten? Neem vrijblijvend contact op voor vragen, advies, ondersteuning, aanschaf of een inspirerende workshop om alvast op verkenning te gaan: Bel 0348 - 44 69 63 of maakt gebruik van het contactformulier. Een van onze onderwijsadviseurs neemt dan zo snel mogelijk contact met u op. 

dinsdag 7 augustus 2012

Beter lesgeven deel 3

In deel drie van deze serie over het boek Teach like a champion van Doug Lemov neem ik het stokje over van Anthony van der Zande die deel 1 en deel 2 voor z'n rekening nam.

Techniek 11 – Draw the map (Maak de plattegrond)
In veel klaslokalen zitten de leerlingen het hele jaar door in hetzelfde groepje, terwijl het wenselijk is om verschillende groeperingsvormen te hanteren, en dan niet alleen omdat er soms toetsen gemaakt moeten worden waardoor de tafeltjes uit elkaar gezet worden.
Soms is het het beste als de tafels in groepjes van twee naar het bord gericht zijn, op andere momenten werken leerlingen samen en zitten ze bijvoorbeeld in groepjes van vier. Ook zijn er meerdere samenwerkingsvormen nodig, zodat leerlingen in verschillende groepjes kunnen zitten.
Het is dus belangrijk om goed na te denken over meerdere layouts van je lokaal.

Met behulp van je digibordsoftware kun je een standaardlayout van je lokaal maken, die je desgewenst kunt aanpassen door objecten te slepen. Je kunt er ook voor kiezen om enkele layouts te maken en die te laten zien, zodat de leerlingen precies weten op welke plaats in het lokaal ze de volgende les moeten zitten. Hier een voorbeeld van hoe je een klassenplattegrond kunt maken met Excel.

Techniek 12 – The hook (De trekker)
Je kunt als leerkracht de aandacht van de leerlingen trekken door de les te beginnen met een aandachttrekker, zodat de leerlingen meteen betrokken zijn bij het onderwerp dat je wilt behandelen. Altijd geslaagde trekkers zijn: Een verhaal, een vergelijking, een demo, beeldmateriaal (een foto, video, animatie, strip, …),  iets groots, een uitdaging. Een goede trekker is kort, sluit aan bij het lesdoel, is energiek en positief.
Tenslotte: Je hoeft niet elke keer een nieuwe trekker te bedenken.

Er zijn heel veel manieren om met behulp van digitale toepassingen aandachtstrekkers te bedenken: ik noem er een paar: bij een les over biologie kan prima gebruik gemaakt worden van een Beeldbankfilmpje dat een groeiproces laat zien, bij een les over het Romeinse Rijk an gebruik gemaakt worden van de layer Ancient Rome in Google Earth, bij een les over planeten kan het prachtige filmpje getoond worden van de landing van het Marsvoertuig Curiosity, bij een natuurkundeles kan een animatie getoond worden van magnetisme, je kunt bij een leesles een digitaal verhaal vertellen.

Techniek 13 – Name the steps (Verdeel in stapjes)Het is belangrijk de verschillende stappen waaruit een vaardigheid bestaat, te benoemen. Als de leerlingen de stappen beheersen, laten ze deze achter zich en kunnen ze zich richten op complexere onderwerpen. De leraar onderscheidt en benoemt de afzonderlijke stappen en zoekt naar manieren om deze stappen onvergetelijk te maken. Hij maakt ze ook betekenisvol. De eenvoudigste vorm van werken in stappen is het gebruik van ezelsbruggetjes: TVTAS, Meneer van Dalen…, ’t kofschip (en toen ik voor de klas stond: ’t fokschaap).

Een mooi voorbeeld van deze werkwijze is het begrip Flipping the classroom, waarbij met behulp van concrete oefeningen die worden ondersteund door instructie via videolessen, vaardigheden worden aangeboden. De leerlingen kunnen deze vaardigheden oefenen zodat directe hulp van de leerkracht, zodat tijdens contactmomenten en samenwerkend vanuit de vaardigheden die ze geleerd hebben, complexere problemen kunnen worden onderzocht. De website www.khanacademy.org is hiervan een sprekend voorbeeld.


Techniek 14 – Board is paper (bord is papier)
 Leerlingen moeten leren notities en samenvattingen te maken van aangereikte leerstof. Ze kunnen letterlijke aantekeningen maken, maar dat ook op een vrijere manier doen. Dat is meestal een geleidelijke ontwikkeling, waarbij ze nieuwe lesstof kunnen koppelen aan wat al beheerst wordt.

Mindmaps zijn uitstekende manieren om samenvattingen te maken. Hierbij is het van belang dat hen geleerd is hoe ze dat moeten doen, hoe ze tekst, kleuren en afbeeldingen moeten combineren om de samenvatting niet alleen te maken maar ook om de lesstof te onthouden.

Techniek 15 – Circulate (rondlopen)
De leerkracht moet het hele klaslokaal gebruiken als zijn werkterrein. De schrijver gebruikt hiervoor onder andere de term Break the plane. Een denkbeeldige lijn tussen het bord en de voorste rij die je moet doorbreken om contact te maken met de leerlingen. Een vorm van Managing by walking around, zou je kunnen zeggen. De leerlingen weten dat het hele lokaal tot je werkterrein hoort, dat je overal contact met hun kunt maken. En om er nog maar een Engelse term tegenaan te gooien:  Er is geen no-fly-zone. Geen deel van het lokaal waar de leerlingen de baas zijn. We hebben het hier dus over een pedagogisch element, dat je niet negatief maar positief moet gebruiken, vanuit de relatie tussen leraar en leerlingen.

Als je het bovenstaande gelezen hebt, zul je niet verbaasd zijn dat ik hierbij geen ict-component hebt bedacht, of het zouden surveillance-camera’s moeten zijn :-).


n.b. Er is ook een Nederlandse vertaling van Teach like a Champion, hierbij hoort een DVD met voorbeelden van de technieken. Meer informatie vindt u op: www.cedgroep.nl.